Hoe slim is snel en smart?


Fietskoeriers zoeven voorbij op de fietspaden…

“Ping ping”  klinkt het ongeduldig achter me, terwijl ik om kwart voor acht ‘s ochtends met een toch niet onverdienstelijke 28 kph op het smalle fietspad onderweg ben naar station Sloterdijk voor een corona-test. Omdat ik vrij onmiddellijk daarna linksaf moet houd ik de breedte van het fietspad nog even bezet. “ping ping” klinkt het opnieuw. Ik bespeur een toegenomen irritatie bij mijn achtervolger. We zijn nog niet koud de hoek om of hij accelereert mij eruit, geholpen door zijn elektrische motor: “zooooeeeemm” klinkt het.  De voedselkoerier, met zo’n tas op zijn rug, passeert mij in een zucht. Über ofzo. Als ik 50 meter verder mijn eigen fiets tot stilstand breng, op slot zet en de testruimte binnenloop, schieten er gedachten door mij heen.

Achter de schermen

Waarschijnlijk heeft iemand om 8 uur ‘s ochtends ontbijt besteld. Een ander is vanaf 6 uur ‘s ochtends in een keuken zijn werkdag begonnen. De fietskoerier zal waarschijnlijk een lange werkdag draaien om de centen bij elkaar te sprokkelen waarmee hij zijn veel te dure muizenkamertje kan betalen. Verder rijdt hij min of meer op de automatische piloot, geholpen voor navigatie. Zijn eigen taak is gereduceerd tot het besturen van het transportmiddel; dat is het enige dat we eigenlijk nog van hem nog nodig hebben. Ach, de zelfsturende auto’s zijn er al dus waarom geen zelfsturende fietsen? Op het fietspad wordt het steeds drukker, steeds onvoorspelbaarder, minder veilig en minder gezellig. Je kunt niet meer inschatten hoe hard iemand bij benadering rijdt, je moet dus continue op je hoede zijn. Je kunt haast niet meer met elkaar communiceren, omdat de meeste weggebruikers dikke geluiddempende koptelefoons ophebben. Je bent eigenlijk van fietsend genietend mens verworden tot machine dan wel tot irritant obstakel of element. Enzovoort enzovoort. Totdat ik mag plaatsnemen op een kruk en een vriendelijk dame van de GGD een lang wattenstaafje mijn keel en neus binnen voert..

Waarom fietsen zo goed is of was…

Een paar jaar terug luisterde ik naar de super boeiende en verfrissende podcast van Thalia Verkade, waarin zij uitlegt waarom fietsers eigenlijk per saldo sneller gaan dan automobilisten. Ze gebruikt daarvoor een zeer interessant en ongetwijfeld dubieus rekenmodel, maar wat wel tot denken zet! De belangrijkste dingen zijn deze: fietsers bewegen, zijn daardoor per saldo gezonder per fietskilometer wat zich vertaalt in extra levensjaren èn kwalitatief betere levensjaren. Die tijdwinst zou je eigenlijk moeten verdisconteren in je gemiddelde snelheid. Bovendien kost de fiets weinig tot geen geld. Je bent zelf de motor en die boterham pindakaas at je toch al. De automobilist daarentegen moet hard werken om zijn dure auto inclusief onderhoud, verzekering, brandstof, afschrijving, parkeerkosten te kunnen betalen. Die uren had de automobilist ook aan andere leukere dingen kunnen besteden. Daarnaast staat de auto in het Nederlandse verkeer een groot deel van de tijd stil in files. Ook al kunnen auto’s 100, 120 of zelfs 130 kilometer per uur rijden, de gemiddelde snelheid ligt op slechts 50 kilometer per uur. Als je de gewerkte uren ook nog eens verdisconteert en bovendien tevens meerekent dat de automobilist ongezonder raakt door het lange zitten en de stress, dan blijft er van de tijdwinst van een auto helemaal niets meer over. En dan hebben we nog niet gesproken over het haast meditatieve effect van fietsen: Je komt tot rust en ontspanning, ideeën borrelen spontaan op, et cetera. Ofwel de fietser gaat per saldo niet alleen sneller maar is ook nog eens blijer. 

Maar in hoeverre is van de blijheid en die winst in gezondheid door zelf te bewegen nog wat over als we door elektrische motoren worden voortbewogen? Als we zelf alleen nog voor de show wat peddelende bewegingen maken? Als het fietspad is verworden tot racecircuit van mensen die door mobiele devices afgesloten zijn van de omgeving om hen heen, de ander en waarschijnlijk zichzelf?

Hoe slim is al dit “smart” vooruitgang eigenlijk?
We bewegen ons steeds sneller met steeds geavanceerde hulpmiddelen, we verdienen steeds meer geld want de economie moet groeien, we hebben toegang tot alles (behalve misschien wel onszelf en elkaar), maar… hoeveel beter of gelukkiger maakt het ons? Is het niet smart om daar eens bij stil te staan? Is het niet smart om überhaupt vaker stil te staan?